Hoe zit het met "recht"op tussenschool opvang (wettelijk)

Geblaat

Pffft... zou de soep echt zo heet worden gegeten. uitgaande van de situatie hier: Ik kan me niet voorstellen dat nu al alles helemaal rond is voor de TSO voor volgend jaar en dat er voor jouw zoon geen plek zou zijn. Volgens mij wilde de secretaresse je gewoon laten weten dat jij je nederig moet voelen en dat zij de "macht" even heeft. Ik zou me er even niet druk om maken. Ik heb hier nog niet eens de formulieren gehad om op te geven voor de TSO voor volgend jaar.

Kun je hier wat mee

http://www.aob.nl/i.aspx?p=a&m=arbe&a=6322
http://tussenschoolseopvang.web-log.nl/tussenschoolseopvang/2006/09/wettelijk_kader.html
Artikel 45 van de Wet op het primair onderwijs

Wat ik uit deze artikelen begrijp is dat als de ouders om overblijf verzoeken de school dit moet regelen. Ik weet niet of je dat mag interpreteren dat je altijd toegelaten moet worden, maar ik denk dat je de secretaresse hiermee wel om de oren kunt slaan.

Don't worry

Hier wordt de overblijf zelfds ad hoc per dag geregeld. En zelfs dan blijken er nog kinderen te zijn die niet aangemeld/ingepland zijn. Is dan gewoon een kwestie van een bordje erbij plaatsen en kind alnog op de lijst vermelden. Je kunt die kinderen immers moeilijk in hun eentje hun bammetjes in het park laten opeten toch?!

Secretaresse doet gewoon erg moeilijk. Zelf op de BSO maken ze het niet zo bont.... Er is geen wettelijke ratio voor het aantal kinderen per leidster voor de TSO, dus ik zie totaal niet in waarom ze nu al moeten weten welke kinderen er volgend jaar overblijven.

Als ik jou was zou ik op school tussen neus en lippen eens vragen hoe het komt dat het allemaal zo moeilijk moet...

Je kan het beste ff googlen guinevere

Zone van de naaste ontwikkeling = een veel gebruikte term. Hieronder de eerste hit op google (met spelfouten uit het origineel):

Aan de basis van ontwikkelingsgericht onderwijs ligt het begrip ‘zone van de naaste ontwikkeling’. De Russische onderwijspsycholoog Lev Vygotsky (1896-1934) introduceerde dit begrip. Hij onderscheid de zone van de actuele ontwikkeling (wat een kind presteert op een test zonder dat het hulp krijgt) en de zone van de naaste ontwikkeling (wat een kind op een test presteert met hulp). Die zone van de naaste ontwikkeling laat zien waar een kind in zijn ontwikkeling mee bezig is. Dat is het gebied waarop je in het onderwijs kunt inspelen. Je creëert zo nieuwe zones van naaste ontwikkeling. Daarmee zet je een ontwikkelingsproces in gang dat er zonder onderwijs niet zou zijn.
De nadruk bij ontwikkelingsgericht onderwijs ligt op ontwikkelen en niet op het leren. Tussen ontwikkelen en leren is een verschil. Ontwikkeling is veel breder dan leren en speelt zich af over een langere periode. Van leren is sprake als een kind iets concreets leert, bijvoorbeeld veters strikken. Dat een kind geleerd heeft zijn veters te strikken, merk je alleen als het kind geen hulp meer vraagt als het zijn schoenen aantrekt. Dat een kind zich ontwikkelt, merk je in zijn hele gedrag en handelen. Bij een kind dat je zeer regelmatig ziet, valt ontwikkeling niet zo gauw op, maar als je een kind een hele tijd niet hebt gezien, merk je dat het zich anders gedraagt. ‘Wat ben je groot geworden’, zegt de omgeving dan bewonderend, maar eigenlijk bedoelen ze: ‘Wat ben jij een stuk verder in je ontwikkeling’.